Voordat een kind toe is aan de schoolse vaardigheden heeft het al een hele ontwikkeling achter de rug. Deze ontwikkeling begint al in de baarmoeder, waar reflexen opkomen. Reflexen die nodig zijn om te overleven en om geboren te worden. Zowel voor de geboorte als na de geboorte is het kind bezig om zijn eigen lijf en de mogelijkheden daarvan te ontdekken. Het is nodig dat een kind besef heeft van voor/achter, boven/ onder en links/rechts voordat het toe is aan het opdoen van schoolse vaardigheden.
Het besef van voor en achter helpt bijvoorbeeld in aandacht en begrip, bij ruimtelijke oriëntatie, sensorisch bewustzijn en bij de expressieve vaardigheden van taal: spreken, schrijven en gebaren. Bij het coördineren van het boven- en onderlichaam wordt ook ons vermogen om te organiseren, stabiliseren en onszelf te gronden in relatie tot plaatsen, voorwerpen en andere mensen ondersteunt. En de integratie van de linker en rechter hersenhelft staat in verband met de ontwikkeling van onze bewegings- en communicatievaardigheden. Deze vaardigheden zijn cruciaal voor fijn motorische bewegingen, bewegingen met het hele lichaam, binoculair zicht, binauraal horen en abstract denken.
Is een bepaalde ontwikkelingsvaardigheid niet geïntegreerd in het centrale zenuwstelsel, dan kun je deze alsnog trainen om zo het gemak van leren te vergroten. Dat doen we met zeven fundamentele oefeningen, die ontwikkeld zijn door Cecilia Koester: Building Block Activities.